De tweede pubertijd
De tweede pubertijd
De eerstejaars student heeft een moeizame start. Zijn eerste weken zijn zwaar. Het tempo van de studie ligt hoog, zijn studentenhuis eist veel meer tijd en energie dan hem lief is en elk weekend moet hij terug naar huis. Mama wast alle kleren, hij werkt nog in de plaatselijke supermarkt en zijn echte vrienden zijn in zijn oude stad blijven wonen. Een week is 5 dagen afzien en 2 dagen bijkomen. Het lijkt in geen velden of wegen op de mooiste tijd van zijn leven zoals door zovelen is beloofd.
Toch al vrij snel, zo ongeveer na de eerste tentamens begint hij zich iets meer op zijn gemak te voelen in zijn studentenstad. De vrijheid van het studentenleven begint goed proeven en dingen die onder de vleugels van zijn ouders onmogelijk leken blijken nu ineens binnen handbereik. Het zal niet lang meer duren voordat hij een tikkeltje zal gaan veranderen…
Schrik niet als hij ineens in een kreukelig, blauw wit gestreept overhemd thuis komt. Een broek met gaten draagt en daaronder een paar afgetrapte Allstars heeft. Schrik ook niet van zijn sokken die zonder reden ineens van een ruitjes motiefje zijn voorzien of zijn onbedaarlijk wijde joggingsbroek. Een kleding stuk dat op zondag ochtend zal worden ingezet om de zondagochtend kater wat dragelijker te maken. Het liefst had ie het hele setje nog bij elkaar gehouden met een paar bretels maar waarschijnlijk heeft hij die voor de aardigheid maar thuis gelaten. Je zoon, die een soort jonge Youp van ‘t Hek is geworden, is belandt in zijn tweede pubertijd.
Hij zet zich af van alles af dat niet met de universiteit te maken heeft. Zijn nieuwe garde oppervlakkige vrienden, die elkaar met de achternaam aanspreken, zijn heilig en hebben in een mum van tijd de plaats van de oude geheel ingenomen. Zo’n beetje de hele samenleving wordt als minderwaardig gezien. Burgers, arbeiders, scholieren, plebs, Jan met de pet… Verder is ‘of, of’ veranderd in ‘en, en’ want leven boven je stand is cool en belangrijk. Ook gaat hij anders praten. Gekke woorden die maar een select groepje mensen begrijpt en dat met een tongval die iets weg heeft van de aangeschoten schwung van Gert Jan Dröge. Deze zeer herkenbare, zeer vermoeiende en zeer zinloze studentikoosheid loert bij elke student. Gelukkig is net als bij de eerste puberteit dit ook een kwestie van komen en gaan.
Op een gegeven moment is de tweede pubertijd weer voorbij. Het kopieergedrag dat hij vertoont houdt ineens op om de simpele reden dat hij zelf wordt gekopieerd door jongerejaars. Dan is de lol er gauw van af. Geniet er dus maar van want het kan heel vermakelijk zijn. Houdt echter altijd in je achterhoofd dat het niet door moet slaan. Daarom twee belangrijke regels om je niet in de luren te laten leggen. Aandacht is de brandstof van hun nieuwe persoonlijkheid. Niet bier. Geef ze dus aandacht en geen geld.