Afleiding

Zelfbeheersing zoals: je evenwicht bewaren bij het lopen over de stoeprand, met één hand fietsen en telefoneren met de ander,  een maaltijd bereiden of gasten ontvangen, kortom in staat zijn om een klusje te klaren.

De ‘zelf’ uit de zelfbeheersing is geen passieve, onverschillige of niet-reagerende eenheid. Integendeel, het ‘zelf’ is voortdurend is actief, betrokken en responsief. Het ‘zelf’ onderneemt actie, het selecteert een reactie uit talloos veel mogelijkheden, filtert irrelevante informatie weg en is verantwoordelijk voor keuzes en beslissingen.

In zijn boek Still procrastinating? wijdt de Amerikaanse hoogleraar Joseph Ferrari uit over keuzes die studenten maken voor plezier, terwijl ze hun studie verzaken alsof het hun tweede natuur is. De studenten die uitstelgedrag vertonen, rapporteren over méér dan alleen faalangst, een slechte werkhouding, weinig motivatie en ongeorganiseerd gedrag.
Volgens Ferrari  ervaren deze studenten gebrek aan (zelf)vertrouwen. Ze hebben het gevoel dat ze niet in staat zijn om te doen wat de studie van hen vraagt, ze hebben geen vertrouwen in hun studievaardigheden.

En terwijl het profiel van uitstellers negatief is  (veel schuldgevoel, besluiteloosheid, angst, zelfondermijnend gedrag en pessimisme) is feitelijk uitstelgedrag volgens Ferrari vooral een kwestie van de slechte gewoonte om niet te doen wat gister af had moeten zijn.

Ferrari stelt voor om in het individuele geval te onderzoeken waarom de student studietaken uitstelt en hoe dit gedrag verband houdt met diens persoonlijke kenmerken. Zelfonderzoek is een hulpmiddel om op het spoor te komen van eigen kracht en vertrouwen. Eigen kracht en vertrouwen zijn kwaliteiten die helpen bij zelfbeheersing.

Recent heeft onderzoeker en docent orthopedagogiek aan de RU Groningen mw. dr. L. Batstra (2012) met haar boek  Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen  betoogd dat mensen die  met onderstaande aan ADHD toegeschreven gedragsproblemen te maken hebben,  in stappen kunnen worden begeleid. Op die manier van begeleiding zouden  ’overdiagnose’  van ADHD én ‘onderbehandeling’ ervan worden voorkomen .
Zij stelt de volgende stappen voor:

1. Maak van de situatie géén abnormale situatie. Opvoeden (en opgroeien) is moeilijk en gevoelens van wanhoop horen erbij.
2. ‘Watchfull waiting’ is aanbevolen. Zorg dat u regelmatig contact houdt met uw studerende zoon; blijf in gesprek.
3. Als de problemen aanhouden is het goed om de eigen kracht als ouder te versterken, om steeds zo positief te kunnen blijven begeleiden.
4. Zorg ook dan voor interactie met uw zoon en eventueel extra ondersteuning vanuit diens omgeving, bijv. huisgenoten en/of docenten/studie-adviseurs.
5. Pas in laatste instantie is het aanbevolen om een verwijzing naar een psychiatrische interventie te verwerven.

Met haar publicatie heeft Batstra een waar debat onder vakgenoten ontketend. Prof. dr. J.J. van der Meere concludeert in De Psycholoog (7, 2012),  dat de diagnose ADHD vooral kan worden gezien als een belangrijke aanzet tot begrip, troost en zorg bij opvoeders.

Veel mensen hebben last van concentratiestoornissen en/of hyperactiviteit.  Ook voor studenten die onderstaande kenmerken vertonen en die als ADHD-klant gestigmatiseerd dreigen te worden is Zelfonderzoek gericht op concrete actie een waardevol hulpmiddel.

Heb je last van
1)      Er niet in slagen voldoende aandacht te geven aan taken en achteloos fouten maken,
2)      Veel moeite aandacht bij de taak te houden,
3)      Veel niet luisteren wanneer aangesproken,
4)      Volgt aanwijzingen niet op, maakt werk niet af,
5)      Veel moeite met organiseren van taken,
6)      Taken die denkkracht vragen worden vermeden,
7)      Zaken die nodig zijn om het werk te  doen raken kwijt,
8)      Veel afleiding door prikkels uit de omgeving en
9)      Vergeetachtigheid bij dagelijkse activiteiten.

Neem kennis van de onderstaande links en kom in actie.
Zie voor zelfonderzoek als hulpmiddel om op het spoor te komen van eigen kracht en vertrouwen  www.vvzb.nl, of www.ludenszkm.nl.

x